Kamerlid
Kruimelpad
Als 950.000 Belgen niet gaan stemmen: heeft de opkomstplicht dan nog zin? | De Morgen
In de pers
Moeten we vasthouden aan de opkomstplicht als vele duizenden Belgen toch niet opdagen om te stemmen?
Jeroen Van Horenbeek
Sinds 1893 geldt in België de opkomstplicht. Wie ouder dan 18 is, moet zich op verkiezingsdag richting het stemhokje begeven. Eens het gordijn dicht is, mag alles: niet stemmen, blanco stemmen of ongeldig stemmen. Opdagen of iemand een volmacht geven, is verplicht. Wie thuisblijft, riskeert in theorie een boete tot 80 euro. In de praktijk worden wegblijvers al jaren niet meer vervolgd. Justitie heeft daar geen tijd voor of zin in.
Met zijn opkomstplicht is België een democratisch buitenbeentje. Wereldwijd is het in 27 landen verplicht te gaan stemmen. Naast België gaat het onder meer om Argentinië, Australië, Brazilië, Ecuador, Griekenland, Libanon, Luxemburg, Peru, Singapore, Turkije, Uruguay en Zwitserland. In nog een handvol landen is de opkomstplicht eerst ingevoerd en daarna weer afgevoerd. In buurland Nederland bijvoorbeeld, tussen 1917 en 1970.
“In België kwam de opkomstplicht in 1893 voort uit een politiek compromis”, zegt Ruth Dassonneville (Universiteit Montreal). “In ruil voor het stemrecht – een vraag van de socialistische en liberale partijen – eisten de katholieken de opkomstplicht. Dat was een manier om het platteland te mobiliseren. In de steden leken de socialisten en liberalen in opmars. En het ging om geld. Zonder opkomstplicht was het duur om kiezers naar de stembus te krijgen. Je moest bijvoorbeeld worst uitdelen als beloning.”
Verplicht
In de Wetstraat wordt al langer gediscussieerd over de zin en onzin van de opkomstplicht. De vaststelling dat steeds minder kiezers zich houden aan de (morele) verplichting is een belangrijk deel van het debat. Bij de vorige verkiezingen bleven bijna 950.000 kiezers weg. Vlaanderen schafte – op voorzet van N-VA en Open Vld – in 2021 alvast de opkomstplicht voor de lokale verkiezingen af. Bij de stembusgang in oktober mag u zo voor het eerst thuisblijven. In de woorden van oud-minister Bart Somers (Open Vld): “Een democratie kan niet gebaseerd zijn op dwang.”
Is het een kwestie van tijd vooraleer ook de opkomstplicht voor de regionale, federale en Europese verkiezingen op de schop gaat? Als het van een reeks politicologen afhangt niet. Zij houden – opvallend eensgezind – vast aan het zinnetje dat bovenaan elke oproepingsbrief vetgedrukt staat: ‘De stemming is verplicht’.
Professor Johan Ackaert (UHasselt), die het onderwerp decennialang onderzocht: “Enerzijds weten we dat bij verkiezingen vandaag zowat 10 procent van de volwassen Belgen niet gaat stemmen. Maar anderzijds weten we dat zonder verplichting al snel tot 25 procent van de volwassen bevolking thuisblijft. Dat toonde onderzoek veelvuldig aan. Dat is een groot verschil. Zeker omdat het hier vooral om de maatschappelijk zwakkere groepen gaat. Zij zijn eerder geneigd af te haken zonder die ene zin op de oproepingsbrief.”
Verhofstadt
In Vlaanderen bepleiten vooral Open Vld en N-VA een totale afschaffing van de opkomstplicht. Bij de liberalen leeft de erfenis van Guy Verhofstadt door. Hij schreef begin jaren 90 al in zijn ‘Burgermanifesten’ dat het einde van de opkomstplicht nodig is om het politieke debat een boost te geven. (Somers is niet toevallig zijn oud-woordvoerder). Voor de liberalen en Vlaams-nationalisten is het aan partijen om kiezers te overtuigen om te gaan stemmen.
“Bij de vorige verkiezingen gingen meer dan 1 miljoen stemmen ‘verloren’ door afwezigheden of blanco’s. Mijn partij vindt dat een belangrijk cijfer”, zegt Kamerlid Wim Van der Donckt (N-VA). “Waarom moet de opkomstplicht behouden blijven? Uit angst voor de sociaal zwakkeren? Worden die in de Scandinavische landen zonder opkomstplicht dan over het hoofd gezien? Ik vind dat een vreemde redenering. Nogal paternalistisch, ook. De afschaffing van de opkomstplicht zal het politieke debat deugd doen. En je zal minder foertstemmen krijgen.”
Wat die foertstemmen betreft: partijen zijn niet gek. Uiteraard spelen electorale berekeningen een rol in het debat rond de opkomstplicht. Volgens politicologen zullen Open Vld en Groen wellicht het sterkst profiteren van een afschaffing. (Agalev was ten tijde van de ‘nieuwe politieke cultuur’ in de jaren 90 ook voor een afschaffing). De grootste verliezer bij verkiezingen zonder opkomstplicht is wellicht Vlaams Belang.
Grondwet
Vooruit, Groen en PVDA zijn voorstander van de opkomstplicht. Ook cd&v is dat. “We pleiten ervoor dat stemmen voor iedereen toegankelijk blijft. We willen de drempels zo veel mogelijk wegnemen om te zorgen dat iedereen zijn stem kan uitbrengen. Vooral voor sociaal kwetsbare mensen is dat belangrijk”, laat het partijhoofdkwartier weten. Het is al langer duidelijk dat cd&v spijt heeft van de afschaffing van de lokale opkomstplicht.
Sowieso lijkt een totale afschaffing van de opkomstplicht niet voor morgen of overmorgen. De opkomstplicht staat ingeschreven in de grondwet. Om die te wijzigen is een tweederdemeerderheid in de Kamer nodig. Afgaand op de peilingen wordt een nieuwe regering met een ‘gewone’ meerderheid vormen al moeilijk.
Nog dit: in theorie is ook de omgekeerde beweging mogelijk. Justitie kan wegblijvers stelselmatig waarschuwen en/of beboeten om ervoor te zorgen dat iedereen stemt. Maar in de Wetstraat schrikt iedereen terug voor zo’n demarche. Ruim 10 procent van de kiezers met de spreekwoordelijke zweep naar het stemhokje drijven, dat lijkt vooral electorale zelfkastijding.